Een fabel is een kort verhaal dat een les of een moraal overbrengt die meestal aan het einde van het verhaal wordt vermeld. In fabels spelen dieren en natuurlijke elementen de hoofdrol.
Wat is een fabel?
Er zijn vier hoofdkenmerken van alle fabels. Het eerste kenmerk is symboliek. Personages in fabels zijn niet-mensen, en hun conflicten symboliseren soorten conflicten of tegenslagen die mensen zouden hebben. Het tweede kenmerk is antropomorfisering. Dit betekent dat de hoofdpersonen dieren zijn of zelfs levenloze objecten menselijke trekken en kwaliteiten krijgen. Het derde kenmerk is humor. Fabels worden verteld op een grappige en onderhoudende toon die vaak de dwaasheid en dwaasheid van de menselijke natuur weerspiegelt. Het laatste kenmerk van fabels is dat er altijd een les of een moraal van het verhaal is. De hoofdpersoon leert van hun fouten en ziet aan het einde van het verhaal de fout van hun wegen. Er is vaak een regel aan het einde die de moraal aangeeft, zoals: "Geen enkele daad van vriendelijkheid is ooit verspild", of "Langzaam en gestaag wint de race."
Fabels hebben een zeer lange geschiedenis en bestaan al vele jaren. Aesop, die rond 620 vGT geboren zou zijn, was een Griekse fabulist en verhalenverteller die veel van de fabels schreef die vandaag de dag nog steeds goed bekend zijn. In de 17e eeuw werd de Franse schrijver Jean de la Fontaine geïnspireerd door Aesopus en schreef hij vele fabels die losjes gebaseerd waren op de kerk en de toenmalige hogere klasse. Hij geloofde dat de fabel rond zijn moraal moest draaien, en beschouwde de moraal als het belangrijkste onderdeel.
Traditioneel, en nog steeds, worden fabels gebruikt om kinderen lessen te leren over verantwoordelijkheid, hard werken, vriendelijkheid en andere belangrijke aspecten van het leven en opgroeien. Fabels kunnen worden gebruikt als ankerteksten in een schrijfeenheid waar studenten hun eigen fabels schrijven, of ze kunnen samen worden gelezen en geanalyseerd als leeseenheid.
Voorbeelden van fabels
- "De zwaan en de uil"
- "De jakhals en de trommel"
- “De reiger en de krab”
- “De viool van de aap”
- “Krokodillenverraad”
- "Het oordeel van de baviaan"
- " Hoe de kameel zijn bult kreeg "
- "Hoe de luipaard zijn vlekken kreeg"
Voorbeelden van de fabels van Aesopus
- "De Vos en de druiven"
- "De schildpad en de haas"
- "De Leeuw en de muis"
- "De wolf en de kraan"
- "De stadsmuis en de landmuis"
- “De mug en de stier”
- "De kikkers en de os"
Hoe te doen met fabels: definitie en voorbeelden
Betrek leerlingen met een fabelschrijfactiviteit in je klaslokaal
Moedig leerlingen aan om hun eigen korte fabels te maken met dieren of voorwerpen als karakters. Dit helpt bij het ontwikkelen van vertelvaardigheden en ondersteunt het begrip van morele lessen.
Begeleid leerlingen bij het brainstormen over de moraal van hun fabels
Vraag elke leerling om na te denken over een eenvoudige levensles of moraal die ze willen dat hun verhaal overbrengt. Het kiezen van een duidelijk bericht maakt hun fabels betekenisvoller.
Faciliteer groepsdeling en discussie over de fabels van leerlingen
Nodig leerlingen uit om hun fabels luidop voor te lezen en de moraal uit te leggen. Dit bevordert spreekvaardigheden en helpt klasgenoten meerdere lessen te leren.
Verbind fabels met situaties uit het echte leven in de klas
Verbind de moraal uit de fabels van leerlingen met alledaagse keuzes en gedragingen in je klas. Leerlingen zien hoe literaire lessen op hun eigen leven van toepassing zijn.
Vier creativiteit met een klasfabel-antenalogie
Stel alle fabels van leerlingen samen in een gedrukt of digitaal boek voor de klas. Dit bevordert trots in hun werk en moedigt lezen voor plezier aan.
Veelgestelde vragen over fabels: definitie en voorbeelden
Wat is een fabel?
Een fabel is een kort verhaal, vaak met dieren als karakters, dat een moraal of les leert. Fabels gebruiken eenvoudige verhaallijnen om lezers te helpen belangrijke waarden te begrijpen.
Hoe verschillen fabels van sprookjes?
Fabels richten zich op het onderwijzen van een les door middel van dierlijke karakters en eenvoudige verhalen, terwijl sprookjes vaak magie, menselijke karakters bevatten en niet altijd een duidelijke moraal hebben.
Waarom gebruiken fabels dieren als karakters?
Fabels gebruiken dieren om menselijke eigenschappen en gedragingen te vertegenwoordigen, waardoor het voor lezers gemakkelijker wordt om de boodschap van het verhaal te begrijpen. Dieren helpen om complexe ideeën voor leerlingen te vereenvoudigen.
Kun je voorbeelden geven van beroemde fabels?
Enkele beroemde fabels zijn De schildpad en de haas, De vos en de druiven en De leeuw en de muis. Deze verhalen leren belangrijke lessen over geduld, eerlijkheid en vriendelijkheid.
Hoe kunnen leraren fabels in de klas gebruiken?
Leraren kunnen fabels gebruiken om discussies over moraal, leesbegrip en creatieve schrijven aan te moedigen. Fabels zijn ideaal voor groepsactiviteiten, rollenspellen en het onderwijzen van kritisch denkvaardigheden.
© 2025 - Clever Prototypes, LLC - Alle rechten voorbehouden.
StoryboardThat is een handelsmerk van Clever Prototypes , LLC , en geregistreerd bij het US Patent and Trademark Office